Sociaal-cultureel

Het valt veel bezoekers van India op: de schijnbaar opzettelijke onverschilligheid van veel Indiërs ten opzichte van hun landgenoten die het veel slechter hebben getroffen dan zij zelf. Wij delen die onverschilligheid niet. U vindt hieronder enkele begrippen die heel beknopt zijn besproken. Al deze onderwerpen zijn uitvoerig bestudeerd vanuit alle denkbare gezichtshoeken. Wij hebben niet de pretentie daar iets aan toe te willen voegen. Met de verklaringen hieronder kunnen wij ons min of meer bewegen tussen de schrijnende beelden, die ons steeds maar weer tegemoet komen. Onze activiteiten geven wel aan dat we ons er niet bij neerleggen.

Kastenstelsel

Het kastenstelsel stamt uit de Vedische periode (vanaf 1600 voor Christus). Er zijn vier kasten, met elk eigen taken en verantwoordelijkheden, van hoog naar laag:

Brahmanen
De denkers, filosofen en priesters. Zij geven de samenleving spiritueel leiding.
Ksathriyas
Heersers en soldaten. Zij beschermen de staat tegen vijanden.
Vaishyas
Handelaren en landbezitters. Zij zijn als het ware de leveranciers van de bevolking.
Shudras
De arbeiders. Zij hebben een dienende functie.

Elke kaste kent meer dan 100 onderverdelingen. Het wordt onmogelijk geacht je te gedragen in overeenstemming met een andere (onder)kaste. Het wordt altijd opgemerkt; ook als iemand verhuist naar een andere streek of stad. Het zijn de gebruiken en de tradities die iedereen in zo een geval zouden verraden.

Dan zijn er nog de kastelozen, ook dalits genoemd. Zij doen het onreine werk, komen in aanraking met dieren, dierlijke producten en menselijk en dierlijk afval. Het aanraken van een dalit is niet toegestaan binnen de algemeen geldende omgangsvormen, het zou onrein zijn. Daarom heten deze mensen ook wel de onaanraakbaren.

Dalits worden slecht behandeld, letterlijk niet aangeraakt en volledig genegeerd. Op veel plaatsen mogen zij geen water halen bij de put als er andere mensen zijn. In veel steden en dorpen moeten zij apart wonen. Hun positie doet denken aan de apartheid in Zuid-Afrika van voor 1990 en aan antisemitisme. Deze vormen van afwijzing zijn van alle tijden.

Reïncarnatie en Karma

Over het algemeen gaat men in India uit van reïncarnatie. Na je dood komt je ziel weer terug op aarde in een nieuwe mens, die dus een ziel heeft die al eerder geleefd heeft. Doe je je best in je leven dan kom je als ‘gevorderd’ mens weer terug op aarde. De bedoeling is dat je je, leven na leven, steeds meer vervolmaakt en al doende een steeds hoger geestelijk niveau bereikt. Het hoogste stadium dat je kan bereiken is dat je (vrijwel) geheel vergeestelijkt kunt leven, aan aardse dingen (stoffelijkheid) geen belang meer toekent. Tijd is dan niet meer belangrijk om wat zich er in afspeelt als mensenwerk, maar gaat terug naar de orde van elementen en seizoenen. De kunst is: je vereenzelvigen met het grote, het universele. Het ritme van de natuur, van zon en maan, van eb en vloed, van dag en nacht staat boven het mensenwerk.

Als je in slechte omstandigheden wordt geboren (bijvoorbeeld arm, gehandicapt, lage kaste of kasteloos) betekent dat volgens velen dat je dat aan jezelf te wijten hebt omdat je het er in vorige levens dus blijkbaar naar gemaakt hebt. Het wordt dan als je karma gezien om, door je slechte perspectieven heen, je leven te voltooien. Doe je dat goed dan zal je volgende leven weer beter zijn, is wijd verbreid de gedachte. Je wordt “dus” ook niet geholpen, want je moet dat karma juist afwikkelen.

Gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen

Het is niet alleen in India zo dat vrouwen vanaf de geboorte op achterstand staan ten opzichte van mannen.
Nog geen 70 jaar geleden studeerden zonen van families in Nederland gemiddeld vaker door dan dochters. Wanneer hebben vrouwen in Nederland actief en passief stemrecht gekregen? In streng christelijke milieus is de politieke bewegingsvrijheid van vrouwen nog steeds een punt van discussie.

Terug naar India: Zonen blijven deel uitmaken van de familie. Verwantschap loopt via de mannelijke lijn, een patrilineair systeem. Na het huwelijk wordt de bruid opgenomen in de familie van haar man en verlaat ze dus haar eigen familie. Zonen zorgen voor de oude dag van hun ouders, dochters voor die van hun schoonouders. Daarom “investeren” ouders vooral in hun zonen en minder in hun dochters. Krijgt een echtpaar dochters en geen zonen dan is hun toekomst niet verzekerd.

Huwelijken worden in India doorgaans geëngageerd. Dat wil zeggen dat ouders op zoek gaan naar een geschikte partner voor hun kind. Daarmee willen ze bereiken dat hun kind een partner krijgt die bij haar/hem past, maar vooral ook bij het milieu, de kaste en de financiële situatie van de familie. De voorwaarden voor een goede verbintenis zijn dan aanwezig: men gaat er van uit dat de liefde daarna vanzelf komt. In India kijken mensen vreemd aan tegen huwelijken zoals die bij ons tot stand komen. Ons argument dat in Nederland mensen vaak trouwen uit liefde, vinden zij vaak niet steekhoudend; het zou slechts verliefdheid betreffen. Als die eenmaal over is dan is het maar de vraag hoe bestendig die relatie zal zijn, is hun mening.

Het aantal huwelijken dat niet geëngageerd is neemt de laatste jaren duidelijk toe.

De bruidsschat

Dan is er nog de bruidsschat die vrouwen behoren in te brengen. Sinds betrekkelijk korte tijd is een bruidsschat bij wet niet meer toegestaan. De realiteit is echter dat het nog steeds algemeen in zwang is, zeker op het platteland. Dat zal voorlopig ook zo blijven. Kunnen de ouders van een zoon dus een bruidsschat tegemoet zien, de ouders van een dochter moeten deze opbrengen. Hoe groter de bruidsschat hoe beter de echtgenoot, is de aanname. Ook in het Westen ontstaat er nog dikwijls een ongemakkelijk gevoel als mensen ‘onder of boven hun stand’ trouwen. In India bepaalt het aanzien van de familie van de bruidegom de omvang van de bruidsschat. Met andere woorden: kan de familie van de bruid geen aantrekkelijke bruidsschat opbrengen? Dan zal ze ook geen aantrekkelijke bruidegom treffen. Echt nijpend wordt het wanneer het gaat over arme families. In Jalihal en omgeving leven veel mensen met een inkomen van minder dan een tot maximaal twee dollar per dag. De bruiden zijn dan veroordeeld tot partners met een slecht verleden, een handicap of een man die twintig of dertig jaar ouder is.

Helemaal niet trouwen is een schande, dat wordt ten alle tijden voorkomen. In arme gezinnen worden dochters soms al uitgehuwelijkt als ze dertien of veertien jaar jong zijn. Wanneer families ook maar een beetje betere levenssituatie hebben dan gebeurt dat niet.
Nogmaals: oude gebruiken, tradities etc. zullen hun betekenis verliezen. De middenklasse die al ontstaan is en zich nog steeds uitbreidt, de steden met hun moderniteit en grotere toleranties zullen uiteindelijk tot andere waardepatronen leiden. Maar nu is dit nog het India waar de tradities heersen en zeker op het platteland zal dit nog tientallen jaren zo zijn.